Carnaval: nog achtentwintig dagen wachten

Foto: Stichting Mami

Je kijkt er reikhalzend naar uit of je weet niet hoe snel je het Zuiden moet ontvluchten – één ding is zeker: over 28 dagen is het toch echt carnaval. Wie afgelopen week door ons dorp reed, heeft kunnen zien dat Stichting Mami, de borden heeft geplaatst voor de jaarlijkse recordpoging op maandagmiddag 12 februari. Dit jaar gaan we met zijn allen fietsbellen!

Het Mami-spektakel wordt voor de 32ste keer georganiseerd. Met een unieke poging fietsbellen, doet Etten-Leur een gooi naar een vermelding in het befaamde Guinnes Book of Records. Op 11 november vorig jaar, werd het thema in het bijzijn van oud-burgermeester Heleen van Rijnbach-de Groot, oud-profwielrenner Servais Knaven en Prins Joris 1 van het Ettense Stijlorenrijk, onthuld.

Op elf november om elf minuten over elf, is traditioneel de start van het carnavalsseizoen, maar achter de schermen wordt er vaak al veel langer gewerkt aan praalwagens of worden andere festiviteiten voorbereid. Toch is carnaval niet voor iedereen een feestje. Sommige pechvogels moeten gewoon bij hun baas verschijnen en anderen doen er vrijwillig alles aan om het feestgedruis zoveel mogelijk te ontlopen.

Als geboren Brabantse, heb ik carnaval met de paplepel ingegeven gekregen. Het was een onderdeel van mijn opvoeding, het zit zogezegd in mijn genen. Mijn vroegste herinnering aan carnaval is  er één uit de jaren zeventig, toen iedereen de polonaise liep op “Worstjes op mijn borstjes” van Ria Valk en “Als het gras twee kontjes hoog is” van Hydra. Met verbazing keek ik als kind op tv, naar de optochten in Duitsland, waar het gebruikelijk was om vanuit de praalwagens met snoep te smijten. Mensen met omgekeerde, gekleurde paraplu’s stonden in dikke rijen langs de kant, om zoveel mogelijk snoep op te vangen. Fascinerend vond ik dat. Ook op school werd carnaval gevierd en waren er competities tonpraten of sauwelen. In mijn pubertijd werd carnaval nóg belangrijker. Ik wilde er niks van missen, vond het uiterst belangrijk om er fantastisch en vooral hetzelfde als mijn vriendinnen uit te zien. Toen mijn ouders zover waren, dat ze me alleen wilden gaan, werden er strikte afspraken gemaakt over wat er wel en niet geaccepteerd werd. Vijf minuten te laat op de klep? Jammer, maar dan werd er de andere dag toch echt geen carnaval gevierd. Van mijn allereerste zoen hadden ze met een beetje geluk niets hoeven te weten, ware het niet dat ik nog weken ná carnaval door hem werd achtervolgd. Mijn vader heeft hem voor mij weggejaagd.

Jaren later en wijzer, inmiddels getrouwd en naar Etten-Leur verhuisd, bestond carnaval vooral uit zorgen, dat de traditie in onze kinderen werd voortgezet. Ik zie mezelf nog staan in de Nobelaer, op maandagmorgen op een onchristelijke tijd tijdens het pyjamabal. Feestende, chips etende kinderen en vooral héél veel duffe ouderhoofden met een bakske koffie. Hoewel ik blij ben, dat ik dat feestje tegenwoordig mag overslaan, blijft het een prachtige herinnering.

Ik hoor hier en daar geluiden, dat carnaval is veranderd. Ik ben het daarmee oneens. Misschien is carnaval hoogstens met zijn tijd meegegaan. Dit jaar heb ik het puik voor mekaar. Startend op donderdagavond met een deelname aan de Bonte Avond in de Klomp, via optochten en gehos, naar het haringhappen op woensdag. De geur van haring, zweet en bier; tegen die tijd weet ik niet of ik het omarm of een spuugbakje nodig heb. Hoe dan ook; nog 28 dagen. Ondergetekende wenst jullie een prachtige voorbereiding. Alááf!

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen