De meteorologische herfst staat op het punt van beginnen en dit jaar start de herfst in ieder geval in stijl. September begint wisselvallig met buien en neerslaggebieden die met zuidwestenwinden worden aangevoerd. Daarbij ligt de temperatuur rond of net iets boven de normale waarde van ongeveer 20 graden. Later in september lijkt de neerslag wat af te nemen, maar droog wordt het waarschijnlijk niet. Voor het verdere verloop van de herfst tonen de seizoensmodellen op dit moment een iets natter en zachter beeld voor zowel oktober als november.
Een gedetailleerde herfstverwachting is natuurlijk niet mogelijk, zo meldt Weeronline. Wel kunnen op basis van seizoensmodellen bepaalde trends worden uitgelicht. Daarnaast bespreken we verschillende aspecten om een beeld te krijgen van wat een ‘normale’ herfst inhoudt en wat we dit jaar mogelijk kunnen verwachten. In totaal worden daarvoor vijf aspecten uitgelicht.
Wat is een normale herfst en wat voor rol speelt klimaatverandering?
In de herfst levert de temperatuur flink in. Zo wordt het begin september overdag gemiddeld nog 21 graden en zitten we eind november nog op slechts 8 graden. In september kan het nog volop warm (na)zomerweer zijn, terwijl het in november al kan winteren. De herfst telt in De Bilt gemiddeld gezien 15 warme dagen (20 graden of meer) en drie zomerse dagen (25 graden of meer). In oktober dient de eerste vorst zich meestal aan en in totaal vriest het in de herfst gemiddeld vijf nachten.
Tijdens deze eeuw verliepen 17 van de 24 herfsten (70%) warmer dan de toen geldende normaal (zie overzicht onderaan artikel). Vijf herfstseizoenen (21%) verliepen normaal en slechts twee herfsten (8%) waren kouder dan normaal. De top-10 van warmste herfstmaanden wordt gedomineerd door jaren uit deze eeuw. De laatste koude herfst beleefden we in 2010 met een gemiddelde van 9,9 graden.
De herfst is er ook een stuk natter op geworden. Door de warmere zeeën verdampt meer vocht en de opgewarmde lucht kan meer vocht bevatten. Hierdoor regent het harder dan in het verleden. Aan de wind is niets verandert.
Wat volgt op een warme en droge zomer?
Op een warme zomer volgde in het verleden vaak ook een warme herfst. Van de tien warmste zomers sinds 1901 in De Bilt werden er zes opgevolgd door een warme herfst, twee door een normale herfst en slechts twee door een koude herfst. Juli en augustus van dit jaar verliepen aan de warme kant en juni was zelfs de op één na warmste junimaand ooit gemeten. Daarmee is de zomer van 2025 de boeken ingegaan als de op drie na warmste zomer sinds het begin van de metingen. Als we de statistieken mogen geloven, is de kans iets groter dat ook de herfst warm zal verlopen, maar een zekerheid is dat natuurlijk niet.
Op een droge zomer volgt daarentegen zeker niet altijd ook een droge herfst. Sterker nog, vaak zien we juist dat een droge zomer wordt opgevolgd door een nattere herfst. Een duidelijke samenhang ontbreekt echter. Het weer heeft tenslotte geen echt geheugen en kan, zeker in ons land, van seizoen tot seizoen sterk verschillen.
De invloed van een warme Noordzee op de herfst
In de herfstmaanden heeft de Noordzee een grote invloed op het weer in Nederland. Na de zomer is de zeewatertemperatuur altijd op zijn hoogst. Doordat het zeewater warm is, kan een aanlandige wind zorgen voor warmer weer dan normaal. Zolang de temperaturen zacht blijven, kunnen we ook later in de herfst nog het effect van de warme Noordzee merken. De zeewatertemperatuur van de Noordzee is dit jaar net iets hoger dan gebruikelijk en kan daardoor een extra impuls geven. Uitzonderlijk warm is de Noordzee op dit moment echter zeker niet.
De warme Noordzee heeft ook een keerzijde. Bij onstabiel weer verdampt meer vocht dan wanneer de Noordzee een aantal graden kouder is. Hierdoor ontstaan meer en zwaardere buien. De meeste regen wordt in de herfstmaanden daarom ook altijd in de kustgebieden verwacht. Hoe lang het effect van de warme Noordzee aanhoudt hangt af van het weerverloop. Steekt er voor langere tijd een koude noordwestelijke wind op dan zal de Noordzee geleidelijk weer afkoelen tot rond normale waarden en is het effect voorbij.
Invloed La Niña nihil
De weerfenomenen La Niña en El Niño staan erom bekend wereldwijd grote gevolgen te hebben voor het weer in verschillende seizoenen. Vooral rond de evenaar is hun invloed groot, terwijl die in ons land doorgaans vrij beperkt blijft. Tijdens een La Niña is er wel een verband gevonden met het weer in onze regio in de lente. In de herfst zien we bij een sterke La Niña vaak meer orkanen op de Atlantische Oceaan. Dat maakt de weersverwachting voor Nederland extra onzeker. Restanten van tropische systemen kunnen namelijk Europa bereiken. Afhankelijk van hun koers kan dit leiden tot warm en zonnig weer, of juist tot onstuimige en koele omstandigheden. Dit jaar is er echter sprake van neutrale condities: we bevinden ons dus noch in een El Niño, noch in een La Niña. De invloed van deze fenomenen op ons herfstweer lijkt daardoor dit jaar zo goed als afwezig.
Dit zeggen de seizoensmodellen
Zoals het er nu naar uitziet, start de herfst in stijl. De maand september lijkt namelijk tamelijk wisselvallig te beginnen door overheersende zuidwestenwinden. Daarmee worden geregeld buien en neerslaggebieden vanaf de Atlantische Oceaan aangevoerd. Wat betreft de temperatuur lijken we te maken te krijgen met gebruikelijke waarden van zo’n 19 tot 23 graden. Halverwege september neemt de kans op een wisselvallig weerbeeld wat af, maar een droge periode zit er waarschijnlijk niet in. We kunnen dus hoogstwaarschijnlijk rekenen op normaal septemberweer, en dat betekent regelmatig perioden met regen.
Voor oktober en november laten de weermodellen voorlopig een normaal tot iets natter verloop zien dan gemiddeld. Omdat er in deze maanden van nature al veel regen valt, is de kans groot dat de paraplu in de herfst van 2025 regelmatig nodig zal zijn. De verwachting is dus dat westen- tot zuidwestenwinden vaak zullen domineren. Daarmee worden geregeld buien aangevoerd, maar ook relatief zachte lucht. Seizoensmodellen ondersteunen dit beeld duidelijk. De signalen wijzen erop dat zowel oktober als november warmer zullen verlopen dan gebruikelijk. Dat betekent overigens niet dat het nooit koud kan worden. Ook in een zachte oktober- of novembermaand zijn koude intermezzo's mogelijk, met zelfs kans op nachtvorst.
Grote onzekerheid
Seizoensverwachtingen komen zo’n 60% van de tijd uit en daarbij is de verwachting voor één maand vooruit natuurlijk betrouwbaarder dan voor de derde maand. Belangrijk is verder om te beseffen dat seizoensmodellen puur een grove trend voor de maandgemiddelde luchtdruk, temperatuur en neerslag schetsen. Ook in een gemiddeld warme maand kan zomaar een koele week zitten en andersom. Maand- en seizoensverwachtingen voor de herfst (en lente) komen bovendien minder vaker uit dan die voor de zomer en de winter. Dit komt doordat de voorspelbaarheid van de atmosfeer in de overgangsseizoenen, waar kou en warmte elkaar vaak afwisselen, kleiner is. Ook kunnen ex-orkanen in de herfst de verwachting extra onzeker maken.