Carnaval en de griep

Foto: Pexels

De griepepidemie gaat zijn zevende week in, meldde het RIVM deze week. Gemiddeld honderdvijfenzestig op de honderdduizend inwoners gingen naar de huisarts met griepachtige verschijnselen. Tel daarbij op degenen die geen dokter nodig hebben, om griep te laten vaststellen.

Zij laten gewoon genoeg papieren zakdoeken en neuspray aanrukken en trekken de dekens nog maar eens wat verder over hun hoofd. En wachten geduldig tot dat hun rode neus genezen is. Met een beetje geluk, en dat meen ik oprecht, issie met een week genezen. Want, zo meldt het RIVM óók: carnaval komt er ook nog aan. Dat belooft wat.

Ook ik was deze week de klos. Van het één op het andere moment – koorts, spierpijn en vooral héél misselijk. Vier dagen lang, voelde ik me beroerder dan ooit en ik kon ik werkelijk niks anders dan slapen. Spuugbakje in de buurt en maar hopen, dat ik dat vooral op tijd kon bereiken. Je snelheid toetsen, terwijl je je ziek, zwak en zielig voelt – in één woord? Een uitdaging.

En als je dan ziek bent, ga je op zoek naar positieve gedachten. En die had ik ook: gelukkig ben ik nú ziek en niet over een week. Want ik kijk, in tegenstelling tot het RIVM, juist uit naar carnaval.

Mijn voorlopige planning ligt al klaar en die wil ik graag met jullie delen. Op donderdagavond 8 februari ga ik eens in de Klomp kijken wie er in Etten-Leur het beste ziengt. Het gaat vooral om de eer en de leut. Maar, serieus, er wordt gejureerd door echte Stijloren en andere feestneuzen. Even twijfelde ik nog, of ik bij Marktzicht aan een spijkerbroek zou gaan hangen, want na zo’n paar dagen niets kunnen eten ben ik, tot mijn grote vreugde, toch een paar kilo lichter. Maar helaas heb ik ook veel aan spierkracht verloren, dus bij nader inzicht – geen strak plan. En bovendien heb ik al uitdagingen genoeg gehad de laatste week.

Via carnavals zater- en zondag, die voornamelijk gevuld worden met gek doen, te veel drinken en slecht eten, beland ik dan vermoedelijk op maandag wel even aan op de Markt en omstreken, om mee te doen aan de wereldrecordpoging fietsbellen. Ik heb geen idee hoeveel feestneuzen we daar voor nodig hebben, maar ach – meedoen is belangrijker dan winnen. En ik denk, dat we wel wat vrienden hebben die uitermate goed kunnen tellen, zodat die poging op voorhand al geslaagd is. Maandagavond wordt de strijd vervolgd met een avond hossen, zonder dat dat daar een titel of eer aan te behalen valt. Gewoon omdat het kan.
En dan is het dinsdag. Met een beetje geluk leef ik nog steeds en ga ik voor het eerst aanwezig zijn bij een evenement, waarbij op leeftijd gedicrimineerd wordt: de vijftigplus-middag in de Nobelaer. Ik weet niet of ik daar om moet lachen of huilen, want leeftijd is maar een nummer enzovoort, maar ik heb me door ervaringsdeskundigen laten vertellen, dat het sowieso een fijn feestje wordt.

En dan tot slot is het eindelijk woensdag. Hoef ik overdag niet meer die stinkende kleren aan. Kijk ik weer eens in de koelkast of bij de Dirk of er nog wat gezonds te eten valt. En dan duik ik op tijd en uitgeput mijn nestje in. Oh, wacht even, nee. Dan moet ik eerst nog gaan haringhappen en tongzoenen bij de Klomp. Alléén de gedachte, maakte me deze week al misselijk.

Ik wens iedereen een goede carnavalsvoorbereiding en vooral géén griep.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen