“Probeert u het op een later moment nog een keer”

Foto: pixels

Gisteren was ik op kantoor en stond in de wacht bij de áltijd behulpzame, maar even drukke collega’s van de ICT helpdesk. Ze zijn blijkbaar zó druk de laatste tijd, dat ze er maar een wachtrij-muziekje tegenaan hebben gegooid. Ik hád al gekeken of aan mijn probleem een stekker zat en dat bleek het geval, dus ik wist dat ik terecht op mijn beurt moest wachten. Met de komst van de muzikale omlijsting, is de vermelding van de wachttijd komen te vervallen. Slimme zet van ICT.

Ik herken het wachtrijmuziekje, maar kan het even niet plaatsen. Waar heb ik dat eerder gehoord? Mijn gevoel zegt me, dat het een héél rustig moment moet zijn geweest. Ik kom er niet achter, maar het komt wel binnen. Sterker nog, het raakt me. In gedachten vloek ik. Ben ik mooi mee: tot tranen geroerd raken door een wachtrijmuziekje, op kantoor. Het moet niet gekker worden.

Ik heb het óók te druk blijkbaar. De weken vliegen voorbij. Iedere maandag stap ik in een sneltrein, waarbij de tussenstop steevast te laat komt en ik de noodrem wel zie en voel, maar er van mezelf en mijn baas niet op mag drukken. Met een beetje geluk, houd ik dit tempo nog een week of drie vol, maar liever reed ik nu al met de snelheid van een streekvervoer-bus. Want die rijden niet.

Nog steeds wacht ik op de toegestoken helpende hand en het heldere hoofd van een ICT collega. De tijd van “rustig ademhalen” is voorbij en ik zucht maar eens hoorbaar. Het helpt niet en nee, het nummer is óók niet van Acda en de Munnik.

Ik kan het niet uitstaan, dat ik niet weet welk nummer het is en waar ik het van ken. Mezelf tot rust manend, kijk ik naar buiten en zie een file op de A58. Ik troost mezelf. Zie je wel, ook zíj kunnen wel hoog of laag springen, maar gewoon niet over de file heen.

Het muziekje nadert inmiddels het einde en dreigt in herhaling te vallen, als mijn collega zich aankondigt. Aha. Ik herpak mezelf en formuleer kort en bondig waar het aan scheelt. Mijn collega snápt mijn probleem en lost het vliegensvlug op. Dat heeft ie vast vaker gedaan. En door. Nog even volhouden. Ja, jij ook he!

Van de week heb ik ergens gelezen, dat er in deze tijd van het jaar sprake is van een collectieve ervaring: de zogenaamde junistress. Men is aan vakantie toe. Voordat het zover is, moét er nog van alles. Werk moét. Sportclub moét. Huishouden moét. Gezin moét. Je kunt het zo gek niet noemen, of men moet het.

Ik kijk op de mijn mobiel. Nog een uurtje te gaan. Ik kan de verleiding niet weerstaan en open Youtube. Enig zoekwerk levert behalve frustratie, niks op. Ik geef het voor nu op. Wordt later vervolgd. Het kan wel weer voor vandaag. Er is vast wel ergens een gaatje voor nóg een moetje, denk ik dan maar.

Fijn weekend en ontmoetze!

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen